Een dvd is een digitaal optisch formaat in de vorm van een schijf met een diameter van ongeveer 12cm. Het wordt gebruikt om elke vorm van digitale gegevens op te slaan en wordt veel gebruikt voor het aanbieden van films en software, of om televisieprogramma's op te nemen. De afkorting dvd staat voor Digital Versatile Disc. De eerste naam was Digital Video Disc, want ze wilde een formaat voor de opslag van video ontwikkelen. Uiteindelijk bleek dat er veel meer mogelijkheden waren voor het formaat en ze veel meer op een dvd konden zetten. Toen kozen ze ervoor de naam te veranderen naar Digital Versatile Disc. De afkorting bleef expres dvd, omdat deze afkorting al ingeburgerd was bij de mensen.
Informatie is op de dvd opgeslagen in de vorm van putjes en bultjes op de verschillende sporen. De dvd is gemaakt uit verschillende lagen plastiek, allemaal ongeveer 1,2 mm dik. Iedere laag is weer gemaakt uit polycarbonaat. Via een proces bekomt een lange spiraal van putjes en bultjes. Door gebruik te maken van verschillende lagen komen er steeds meer putjes en bultjes. Alle kleine putjes vormen een lange spiraal data op de schijf. Het spiraalvormig spoor begint in het midden en draait zo naar de buitenkant. De sporen zelf zijn heel erg dun, twee opeenvolgende tracks of sporen liggen slechts 740 nanometer uit elkaar. De bultjes waaruit de track bestaat zijn 320 nanometer breed, minimaal 400 nanometer lang en 120 nanometer hoog. Je kunt dus begrijpen dat een dvd heel secuur gemaakt wordt.
Een dvd-speler werkt een beetje hetzelfde als een cd-speler. De laser scant de sporen van de Dvd-schijf af en leest de putjes en bultjes van de dvd. De dvd-speler decodeert de MPEG-2 film en maakt er een videosignaal van. Hetzelfde gebeurt met het geluid. Een dvd-speler is heel precies en dit moet ook, want zoals hiervoor uitgelegd zijn de putjes en bultjes zeer klein. De dvd-speler zelf bestaat uit 3 verschillende hoofdcomponenten:
In de dvd-speler zit een hoge technologie om de putjes en bultjes af te lezen. Deze moet ze namelijk omvormen in begrijpbare datablokken. Een dvd-speler focust fundamenteel zijn laserstraal op het spoor met de putjes en bultjes. De laser kan gefocust zijn op een van de verschillende buitenste lagen of in het geval van meerlagige dvd's op een van de binnenste lagen. De laserstraal passeert langs de polycarbonaatlaag en wordt door een reflecterende laag terug gereflecteerd naar een opto-elektronisch component en die detecteert verandering in lichtsterkte. De bultjes reflecteren licht anders dat de putjes en zo wordt dat lichtverschil gedetecteerd. Daarna wordt er door de volgende elektronica van de gedetecteerde verschillende bits gemaakt. Het nieuwste verschil is dat een dvd meerlaags kan zijn. Als een dvd een tweede laag heeft begint de laser vaak aan de buitenkant zodat de transitie tussen lagen niet te merken is op het beeld en de kijker er geen last van heeft.
Terug naar overzicht